Aan de haven
Je wacht je lief op bij de haven,
je weet nog goed van zijn vertrek,
wanneer hij terugkomt is niet zeker,
wie weet vond hij een nieuwe plek.
Jouw liefde schittert in de golven,
wanneer komt er een eind aan dat gemis,
zijn lege bed, zijn lege stoel,
zeggen jou niet wanneer dat is.
De elementen komen in beroering,
de schepen varen af en aan,
daar is je lief, hij wandelt van de gangway,
je lacht, je geest is in vervoering.
Vers: Ben F. Wesdijk
Vorige