Darts

Zij zou nog een roos willen snoeien,
een roos met vlekken, wit en zwart,
ertussen bloeien rode en groenen
ze gooiden punten in haar hart.

Haar hart gaf ze de meeste punten,
venijnig prikken in’t gezicht,
de zwarte rand was leeg met cijfers,
de mikkers bleven in ’t gericht.

Zonder richten ging het niet,
omdat de punten telbaar waren,
was je als eerste door je getallen heen,
dan ging een der spelers heen.

Zij was verknocht aan pijlen gooien,
zoals de telling van weleer,
en kon zich goed met darts verstrooien,
en wierp haar pijl gelijk een speer.


Vers: Ben F. Wesdijk




Vorige

Een cel

Volgende

Saluut

Facebook twitter Whatsapp