Een godin als therapeute
Ze is jong
en mooi
adembenemend
ze weet het niet
ze klopt niet
met haar verwachting
ze heeft mooie flaporen
vriendelijke sproeten
gespierde bovenbenen
als een wielrenster, en
mooie kleine borsten
genadeloos schrijft ze zichzelf af
naast haar
ligt haar therapeute
ze ademen in stereo
de omgeving vergetend
op het eind een slappe lach
er volgt een traan
dan een waterval
dat stomme gedoe en
die lelijke gedachten
zakken als stenen door het ijs
ze krijgt weer lucht
en sprankelend kakelt
ze over een blij zelfbeeld
wordt vervolgd en neuriend
loopt ze een nieuwe dag tegemoet
Vers: Ben F. Wesdijk
Beeld: Nel van Otzel
nav een sessie van Karin Roozemond
Vorige