Haar hand vind ik in Brielle
Zij ziet zichzelf
wel in haar beeld,
haar brein,
is vol,
nu even niet
zwaaien, maar
kneden,
vormen,
snijden.
Haar karakter
drukt zij in de klei,
haar paard krijgt vorm,
ze grinnikt,
hinnikt,
knipoogt,
het is een lust, om
naar te kijken,
ze lacht,
en springt
er bovenop,
en pakt haar staart,
ik herken haar
aan haar hand,
er is er echt maar een,
in heel Nederland.
Vers: Ben F. Wesdijk
Vorige