Klotsende oksels van een lieve nicht Ingrid

Geboren in het Amsterdamse bos,
Wilhelmina ligt dood op straat,
overreden door een ezel ,
uit de Pyreneen, met
een bak met houten pennen,
schroeven en boren.
Drie-d in inox,
strak, en
zichtbaar lief.
Ik zie aan haar handen hoe ze is,
ze is een vrouw,
ze is een zus,
ze is een Care-bear,
ze is een moeder,
ze is een tante,
ze is eigenlijk alles
wat een vrouw zou willen zijn !
Een open blik,
de verfrolletjes liggen al klaar,
niet zichtbaar in haar shirt,
een kampioene in muurverf,
zelfrijzend behang is er niet meer,
“Big Bertha “ kijkt toe van de muur !
Proost !
Eindelijk kan er geboord worden in de bedstee,
ja, lach er maar om, maar
zij staat wel met een afgestreken gezicht
en klotsende oksels voor de douche !
Waar zit de hoofdkraan ?
Ik hoor de zuchten van een waterval !
Dan begint ze te stralen !


Vers: Ben F. Wesdijk




Vorige

Ode aan Jolanda

Volgende

Beleg

Facebook twitter Whatsapp