Op stroom

Het grootste deel van mijn leven
ligt voor anker,
soms wakker geschud, door
een sluis, of
schroefgeluiden van een sloep.

Het water geeft nooit
al haar geheimen prijs,
alleen de bovenkant
is zichtbaar,
onderin houden de vissen de wacht
over oude matrassen, kapotte fietsen, en
vergane glorie.

Toen jij je vertoonde, en
stiekem naar me keek,
brak het touwtje,
zo’n diepgang
had ik niet eerder meegemaakt,
de sloten van mijn harnas
sprongen open, en ik
durfde jou
een knipoog te geven.


Vers: Ben F. Wesdijk




Vorige

Levenskunstenaar

Volgende

Een engel kwam voorbij.

Facebook twitter Whatsapp