Piloot
Hij was verliefd, hij
kon zich uiten, in
de lucht, geklieft.
De lucht, het
blauwe meisje, waar
zovelen, een
brok van in hun kelen kregen.
Hij deed zijn werk, ook
toen hij nog leefde, al
in een kist, zonder
dat hij zelf besefte, dat
iedereen dat wist.
Hij vloog,
z’n hele leven lang,
daarna een smak, en
kreeg hij, van zijn eigen lief,
een pakkerd op zijn wang.
Vers: Ben F. Wesdijk
Vorige