Ze had liefde nodig

Ze zat klaar, in

haar pyama,

gladde zijde,

op de bank,

de wijn ontkurkt, en

ingeschonken,

een blijde lach, een

nieuwe klank.

Fluist’rend was ze bij zijn oor,

een warm verhaal, vol

goede zeden,

geen enk’le greep ging hier teloor,

zij kneep stevig,

zonder reden,

tranend bigg’lend op haar wang,

t’ gevoel was eerlijk,

vol verleden,

ze had liefde nodig,

sprak ze bang.


Vers: Ben F. Wesdijk




Vorige

Een zeehond

Volgende

Kaboel

Facebook twitter Whatsapp